“U moet binnenblijven. U mag weer naar buiten. U moet een prik. U moet een masker op. U moet een medisch bewijs laten zien om naar binnen te mogen. U mag niet sporten, niet naar een feestje, niet naar school, niet naar uw werk. U mag uw naaste niet omhelzen. U mag niet bij uw stervende familielid aanwezig zijn. U mag slechts twee mensen thuis ontvangen. U mag slechts met drie mensen buiten staan praten. U moet uw bedrijf gesloten houden. U mag niet reizen.”
Dit gebeurde allemaal nog maar pas geleden. Heeft u inmiddels weer kunnen genieten van een vakantie? Staat u dagelijks gezellig bij de koffieautomaat te praten met uw collega’s? Heeft u uw vrienden alweer kunnen omhelzen? Als u het eerst nog niet besefte, dan weet u nu ongetwijfeld wat uw vrijheid waard is.
Momenteel mag u van uw regering weer naar buiten en, als u in de gelukkige omstandigheid verkeert, het leven vieren. Het kapje mag af. De kinderen mogen weer naar school en naar hun clubjes. De niet-gevaccineerden worden even niet in het verdomhoekje geplaatst. Echter, morgen kan het opeens weer anders zijn. Want ondanks een verminderde dreiging van de pandemie staat de gereedschapskist voor het invoeren van nieuwe beperkingen half open…
Natuurlijk kijken we naar de resultaten. Mensen zijn goed verzorgd in de ziekenhuizen door de enorme inzet van medisch personeel. Dankbaarheid hiervoor is op haar plaats. Maar helaas is ook duidelijk geworden dat er grote schade aan de maatschappij is ontstaan door alle maatregelen. Niet alleen mentaal en financieel, maar zeker ook aan de verhouding burger-overheid. En dit gaat verder dan enkel corona. De overheid versterkt meer en meer haar grip op de burgers en dat voelt voor velen verstikkend. Hierover meer in dit artikel.
Fataal instapmoment
De IC’s waren slecht voorbereid op een pandemie. Dit vormde een cruciaal startpunt voor het coronabeleid. Het tekort op de IC’s vormde de basis voor alle coronamaatregelen. De gedachte aan code zwart voelde loodzwaar. Wie mocht er blijven leven en wie niet?
De zorg was sowieso niet op orde, met name door langdurige ernstige personeelstekorten. En er was nog tijd om extra voorbereidingen te treffen, maar zorgwekkend genoeg heeft de regering dit onvoldoende opgepakt. Een artikel van Maurice de Hond beschrijft dit proces kort en krachtig. We begonnen de wedstrijd dus al met een flinke achterstand. Het adagium ‘regeren is vooruitzien’ leek hier niet te gelden. En daarvoor hebben we allemaal een hoge prijs betaald.
Meer dan gezondheid
Het falen van de gezondheidszorg en het hieruit voortkomende coronabeleid vormden de aftrap van een opvallend proces waarbij de verhouding burger-overheid begon te veranderen ten opzichte van voorgaande decennia.
Wat er aan de hand is, gaat namelijk veel verder dan enkel de corona-aanpak. En dat geldt niet alleen voor Nederland. Sinds corona zijn vrijwel alle westerse overheden begonnen om in een rap tempo hun grip op burgers te vergroten.
En dit proces gaat door. De overheden bepalen steeds meer wat we wel en niet mogen doen en onder welke voorwaarden. Het gaat dan niet alleen om vrijheidsrechten, maar ook om besluitvorming die grote impact heeft op het functioneren van de maatschappij. Een dialoog tussen burgers en overheid komt nauwelijks tot stand. De afstand tussen regering en burgers wordt alleen maar groter. Onderwerpen als de Oekraïne-oorlog, de hieruit voortgekomen energiecrisis, de geldontwaarding en de stikstofstrijd met de boeren passen in dit plaatje.
Verstikkend
De vraag is of zulk vergaand beleid nog wel te rechtvaardigen is. Per slot van rekening zijn er meer wegen die naar Rome leiden om de wereld te verbeteren. Overregulering leidt tot verstikking.
Want waar eindigt dit proces van meer en meer overheidsbemoeienis? Zijn we straks nog vrij om iets ongezonds te eten? Auto te rijden? Het vliegtuig te nemen? Om te protesteren? En mag de verwarming nog op 22 graden? Moeten we naast de discutabele prik nog meer medische interventies ondergaan, inclusief het laten implanteren van een chip? Waarom moeten we met een coronapaspoort reizen, terwijl corona meestal ongevaarlijk is?
“Waarom worden de teugels nog strakker aangetrokken? Het besef begint door te dringen dat het allemaal te ver gaat.“
Hoe kan dit onder onze ogen gebeuren?
De toegenomen grip op de burger speelt zich af op verschillende niveaus die samen een krachtige combinatie vormen:
- Controle en dwangmaatregelen
- Informatie als machtsmiddel
- Verzwakte democratische controle
Dit maakt het lastig om ons te ontworstelen aan dit systeem. Een korte toelichting op deze punten:
1. Controle en dwangmaatregelen
(meer controle, permanente controle, digitale controle)
De controle op burgers is wereldwijd snel toegenomen. Met name de vrijheid van beweging, medische vrijheid en vrijheid van meningsuiting staan continu onder druk. Van covidkampen in Australië tot en met vaccinatieplicht in Oostenrijk en Italië. En niet te vergeten het beruchte digitale toegangspasje dat we nodig hadden om het café in te mogen. Dit alles is ongekend in de naoorlogse vrije westerse wereld.
Momenteel voelt de dwang rondom corona voor de burger misschien wat minder zwaar, toch kunnen de dwangmaatregelen zo weer van stal worden gehaald. Op dit moment wordt gewerkt aan het incorporeren van eventuele coronamaatregelen in de Wet Publieke Gezondheidszorg. Bezwaren hiertegen leest u hier.
Digitale controlesystemen
Deze vrijheidsbeperkingen zijn mede mogelijk geworden door het snelle optuigen van digitale controlesystemen, zoals de coronapas, de coronapp, de ontwikkeling van het digitale ID, gezichtsherkenningssystemen en binnenkort waarschijnlijk een Europese digitale centrale munt.
Controle boven welzijn
Leiders kiezen klaarblijkelijk eerder voor dure controlesystemen en symptoombestrijding dan voor gezondheidszorg, geestelijk welzijn en positieve prikkels om gezonder te leven. Controle boven welzijn dus. Met het zwakke argument dat zulke controle vrijheid oplevert. Hiermee is de vrijheid echter voorwaardelijk geworden. Er is dus per definitie kostbare vrijheid ingeleverd.
Ook op andere gebieden wordt de macht van de overheid meer gevoeld. Denk aan klimaateisen en de hoge kosten die deze met zich meebrengen, aan de gedwongen bedrijfsstaking van boerenbedrijven of aan de gespannen verhouding met de politie bij protesten.
2. Informatie als machtsmiddel
(overheidsregie, media als verlengstuk, informatiebeperking, censuur)
Naast een toegenomen overheidscontrole speelt ook de informatievoorziening een rol. Het geven van informatie aan de bevolking wordt volledig van overheidswege geregisseerd. Van persconferenties tot coronadashboard, van kranten tot tv-journaal. Mainstream media lopen mee aan de hand van de overheid die hen voedt met subsidies. Zelfs influencers kregen overheidsgeld voor het verkondigen van de overheidsboodschap over corona.
Overheden zetten afwijkende wetenschappelijke of journalistieke geluiden weg als onbetrouwbaar of zelfs gevaarlijk. Social media platformen volgen het overheidsbeleid en censureren tegengeluiden naar eigen maatstaven zonder enige inhoudelijke vorm van beroep. Of ze verbannen deelnemers die kritiek uiten van hun platformen.
Tegengeluid wordt tegengewerkt
Met de dubieuze woorden ‘desinformatie‘ en ‘factchecking’ proberen instanties de burgers ervan te weerhouden verder te kijken. Het is duidelijk dat mensen worden weggehouden van alternatieve nieuwsbronnen om hun eigen conclusies te kunnen trekken. Terwijl tegengeluid juist een belangrijk onderdeel is van een democratische maatschappij. Zolang mensen niet op zoek “mogen” gaan naar andere informatie, blijven ze onwetend over de informatie die de overheid niet toont. Kortom, we gaan een kant op waarbij enkel het woord van de overheid waar is.
De vraag vanuit het publiek om meer informatie, openheid van zaken en andere oplossingen wordt door overheden niet of nauwelijks beantwoord. Er zijn WOB/WOO-verzoeken nodig om tot de ontdekking te komen dat veel onder de oppervlakte blijft en dat vermindert het vertrouwen in de overheid des te meer. Is dit de beloofde nieuwe bestuurscultuur?
“Als informatie slechts uit één informatiekanaal mag komen, dan is een waarschuwing op haar plaats, zelfs al is de informatie correct.”
Wat is waar?
Wie aan de informatietouwtjes trekt, heeft de macht in handen. Wanneer is informatie echt objectief? En welke informatie is onzichtbaar gemaakt? Denk aan de vele mogelijkheden om data grafisch te manipuleren. Denk ook aan selectieve verslaglegging, het niet willen geven van informatie, het vergroten van angst bij mensen, het bagatelliseren van bijwerkingen. Als voorbeeld van dit laatste een NOS-artikel over de vele meldingen van ontregelde menstruaties na het nemen van het vaccin: “Iedereen heeft wel eens een verstoorde cyclus en dat komt veelal door stress”, aldus een gynecoloog. Met zo’n antwoord mag simpelweg geen genoegen worden genomen.
Informatiestrijd
Het informatiemonopolie van de overheden was goed zichtbaar bij de communicatie over corona en breidt zich snel verder uit naar andere gebieden, zoals de Oekraïne-oorlog, het klimaat en de ‘stikstofoorlog’ met de boeren. Een aantal voorbeelden:
- Wereldwijde taskforces om “desinformatie” te bestrijden, zoals vanuit de EU.
- Enorme censuur op social media op basis van samenwerking tussen overheden en social media platformen, inclusief het framen of cancelen van kritische politieke partijen, bezorgde medici en andersdenkenden.
- Besluitvorming op basis van beperkte of betwistbare informatie of modellen (stikstofmaatregelen, lockdowns, coronacijfers).
- Het niet of traag opleveren van WOB/WOO-verzoeken en de schokkende resultaten van wél opgeleverde WOB/WOO-verzoeken (zoals grondrechtenschending coronamaatregelen, Nokiagate Rutte, mondkapjesdeal, opschorten WOB-aanvragen).
3. Verzwakte democratische controle
(internationale coördinatie, afstaan nationale zeggenschap, gebrek aan transparantie)
Tot slot is er nóg een ontwikkeling gaande die een groot effect heeft op burgers. Nationale regeringen zijn meer dan in de afgelopen decennia bereid om juridisch bindende toezeggingen te doen aan internationale instanties of organisaties. Denk aan de EU waarbij de Europese Commissie een forse stempel drukt op het te voeren beleid. Denk aan niet democratisch gekozen organisaties, zoals het World Economic Forum (WEF) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Voorbeelden hiervan zijn het Europese coronapaspoort en het afstaan van nationale zeggenschap over gezondheidsbeleid bij pandemieën aan de WHO. Dit laatste is overigens onlangs getorpedeerd door een aantal niet-westerse landen.
Davos-meeting
Denk bij het WEF aan de jaarlijkse Davos-meeting die recentelijk weer is gehouden, waar regeringsleiders en grote bedrijven elkaar ontmoeten om “allerlei zaken” te bespreken. Dit is in feite een zeer exclusieve netwerkbijeenkomst: grote bedrijven betalen tienduizenden tot honderdduizenden euro’s om aanwezig te mogen zijn. Al deze partijen drukken samen hun stempel op de wereldpolitiek en de wereldeconomie. Politici en bedrijven nemen de besproken plannen mee naar hun eigen land en proberen ze daar uit te laten voeren. Volksvertegenwoordigers behorend tot de partijen van deze politici scharen zich achter hun politieke leiders, waardoor er onvoldoende oppositie te verwachten is.
Zo ontstaat elitair voorgekauwd beleid dat veelal een negatieve invloed heeft op de vrijheid en de ruimte die mensen behoren te hebben. Dat een beperkte kring van politici, financiers en instellingen de wereld wil regeren, betekent niet dat deze partijen de wijsheid in pacht hebben of dat zij eerlijk en transparant zijn. Veel burgers willen dit dan ook niet klakkeloos accepteren en laten felle tegengeluiden horen in de vorm van protesten.
Achter gesloten deuren
Er is slechts beperkte (democratische) controle op het handelen van deze partijen. Veel wordt achter gesloten deuren besproken. Steeds vaker komen feiten en vermoedens van belangenverstrengeling en beïnvloeding naar voren.
Door hun enorme financiële en economische slagkracht en hun grip op de massacommunicatie hebben deze partijen de macht in handen, terwijl de burger zeggenschap en inzicht in de gang van zaken moet inleveren.
Hoe nu verder??
Samengevat is de verhouding burger-overheid sterk onder druk komen te staan. Dit komt onder andere omdat de overheid sinds de coronacrisis een beleid voert dat de grip op de burger enorm versterkt. De overheid maakt hierbij gebruik van nieuwe controlemiddelen en een krachtige centraal aangestuurde informatievoorziening. De overheid biedt bovendien veel ruimte aan internationale -veelal niet transparante of ondemocratische- besluitvorming die het nationale beleid overstijgt. De afstand tussen burgers en overheid wordt hierdoor steeds groter en het vertrouwen in de overheid daalt sterk.
De hiervoor geschetste ontwikkeling van een snel toenemende overheidsmacht legt een grote druk op de burger en voelt verstikkend. En dat merk je in de maatschappij door de toegenomen onrust. Er is slechts één conclusie mogelijk: zolang we deze ontwikkelingen accepteren, zal dit beklemmende proces verder gaan. De verhouding burger-overheid verdient nodig een herijking om de rust te laten terugkeren. Gebruik uw kostbare stem dus goed bij de komende verkiezingen!